Al sinds de middeleeuwen wordt hondenbelasting geheven om de overlast van met name zwerfhonden te beperken en om de verspreiding van hondsdolheid tegen te gaan. Daarnaast werd in die tijd de hondenkar als transportmiddel gebruikt en zag de overheid er een middel in om transportbelasting te kunnen heffen (vgl. de auto als melkkoe).
Dit zijn volstrekt achterhaalde redenen om hondenbelasting te heffen. Tegenwoordig, begin 21e eeuw, wordt er dikwijls van uitgegaan dat de heffing van hondenbelasting is gerechtvaardigd om de overlast van hondenpoep terug te dringen, vanuit het beginsel “de vervuiler betaalt”. Er bestaat echter geen direct verband tussen de opbrengst van de hondenbelasting (€ 278.000, begroting 2016) en de veel lagere kosten die een gemeente maakt om de overlast van hondenpoep tegen te gaan. Trouwens, de kosten gemoeid met handhaving en incasso van de belasting staan niet in verhouding tot de opbrengsten. Veel gemeenten heffen dan ook geen hondenbelasting.
Voor veel gemeenten vormt de hondenbelasting een welkom middel om de begroting sluitend te krijgen. De opbrengst van de belasting genereert algemene middelen die voor alle doeleinden zijn in te zetten. De opbrengst is immers veel hoger dan de ermee gedekte kosten! In Lansingerland maakt het volgende voorbeeld duidelijk dat het voor een inwoner om significante bedragen kan gaan.
Weduwe met klein pensioentje met eigen huis; WOZ-waarde € 200.000 (per 1-1-2015).
Ze heeft twee kleine keffertjes waar ze niet zonder zou kunnen.
De volgende gemeentelijke aanslagen ontvangt ze begin 2016:
– Onroerend zaak belasting: € 291
– Afvalstoffenheffing (een persoon): € 230
– Hondenbelasting: € 194
Schrap hondenbelasting in Lansingerland
De grondslag voor het belasten van hondenbezitters is volstrekt achterhaald. De groep hondenbezitters extra belasten is onrechtvaardig en niet van deze tijd. Kortom, duurzaam gezonde financiën gaan niet samen met niet te rechtvaardigen hondenbelastingen!