
In de Klimaatwet
(2019) zijn doelen vastgelegd voor de reductie van broeikasgas in 2030 en 2050. De doelen voor 2030 worden nagestreefd
met de energietransitie die is omschreven in het Klimaatakkoord. Daarin staan doelen voor de gebouwde omgeving,
elektriciteit, industrie, landbouw en mobiliteit.
De invloed en zeggenschap
van de gemeente concentreert zich vooral op die eerste twee sectoren. Bij de
gebouwde omgeving gaat het om de verwarming – nu hoofdzakelijk via aardgas –
van woningen en kantoren. Het onderdeel elektriciteit wordt geregeld in de
Regionale Energiestrategie Rotterdam Den Haag (RES) waarin de gemeente
Lansingerland deelneemt. In de RES wordt overlegd over het opwekken van zon- en
windenergie in onze gemeente en de regio.
De energietransitie
kan op diverse manieren worden uitgevoerd. De VVD kiest voor de belangen van de
huishoudens en ondernemingen. Wij willen dat de gemeente plannen toetst op
duurzaamheid, maar net zo goed op individuele keuzevrijheid en
leveringszekerheid. Uiteraard geldt altijd: wat kost het en wat levert het op?
Ook stelt de VVD hoge eisen aan de inpassing in onze omgeving: wat betekenen
klimaatmaatregelen voor het landschap, de natuur, het ruimtebeslag?
Aardgas is de ideale brandstof voor de overgang naar een
CO2-vrije energievoorziening. De VVD is dan ook tegenstander van het overhaast
van het aardgas afkoppelen van woonwijken zoals voorgesteld in het
Klimaatakkoord. Wij zijn voor hybride
oplossingen waarbij onze wereldvermaarde aardgasinfrastructuur zolang als
mogelijk benut blijft.
De emissiereductie wil de VVD bereiken door betere
woningisolatie en energiezuinige nieuwbouw, door hybride warmtepompen (waarbij
alleen in koude periodes aardgas wordt gebruikt) en het – op termijn –
geleidelijk bijmengen en vervangen van aardgas door waterstofgas. De VVD is
daarom geen voorstander van grootschalige ontwikkeling van warmtenetten in Lansingerland: die zijn duur, inefficiënt en het is
maar de vraag of er in de toekomst nog veel restwarmte uit het havengebied is
te verwachten. Ook is de VVD tegen nieuwe inzet van houtige biomassa voor de
warmtevoorziening.
De VVD vindt de regie over de elektriciteitssector in de
eerste plaats een zaak van de nationale overheid. Bij de verdere verduurzaming
van die sector is de inzet van aardgas, wind op zee, kernenergie en
waterstofgas van cruciale betekenis. Genoemde energieopties vallen echter buiten
de reikwijdte van de RES die zich beperkt tot 2030. Daarom ligt het niet voor
de hand om tot die tijd de schaarse
ruimte in Lansingerland vol te zetten met windturbines en zonneparken. De
VVD is wél voorstander van de verdere ontwikkeling van zonnestroom in onze
gebouwde omgeving en in het kassengebied.